Emigratie
Degene die in Emsdetten als kleermaker had gewerkt, vond vaak ook in Noord-Amerika werk in dit beroep. In 1860 had Cincinnati in Ohio al meer dan 150.000 inwoners en was er een grote vraag naar werknemers in de hout- en metaalverwerkende industrie.
De meeste emigranten uit Emsdetten kozen Bremerhaven om aan boord te gaan. Maar het ging ook via Rotterdam in Nederland, via Antwerpen in België en via Le Havre in Noord-Frankrijk, vooral als emigratie niet toegestaan was, bijvoorbeeld om aan de Pruisische militaire dienstplicht te ontsnappen. Terwijl in het begin alle emigrantenschepen vanuit huidig oogpunt vrij kleine zeilschepen waren, twee en driemasters, en de overtocht gemiddeld 45 dagen duurde, werden de zeilschepen na 1850 meer en meer vervangen door stoomschepen. Met de nieuwe schepen kon de reistijd tot acht dagen gereduceerd worden en was duidelijk gunstiger. Degene die in Emsdetten in de landbouw had gewerkt, zocht zijn geluk in de Nieuwe Wereld meestal op een boerderij of als boer in het nog niet volledig ontsloten Midden-Westen. De talrijke ambachtslieden en kooplui uit Emsdetten trok het echter meer naar de grote steden. In Boston, Massachusetts, vonden veel wevers werk in de grote fabrieken.
Ook in de Nieuwe Wereld moest hard gewerkt worden. De sociale, politieke en religieuze vrijheid maakte echter een zekere voorspoed en een bescheiden welvaart mogelijk. Gertrud Vennemann, geboren op 27 april 1834 in de Emsdettener buurtschap Hollingen, was vastbesloten om op twintigjarige leeftijd naar Amerika te vertrekken om daar haar geluk te beproeven. Op 6 juni 1854 ging ze samen met een groep Emsdettenaren in Bremerhaven aan boord van de “Bertha” om na 45 dagen de haven van New York te bereiken, waar ze onmiddellijk de stoomboot naar Boston in Massachusetts nam.
Daar krijgt ze werk als dienstmeid bij de familie Theodor Remmes uit Dreierwalde. Door deze baan ontmoet ze haar toekomstige echtgenoot Bernhard Remmes, neef van Theodor Remmes, en trouwt op 13 november 1855. Bernhard Remmes is schoenmaker en als zodanig zeer succesvol. In de winter van 1860/61 kan de familie een nieuw huis met 12 kamers zijn eigen noemen. De helft van de kamers wordt verhuurd.
In haar brieven naar Emsdetten geeft ze aan hoe goed het met haar gaat en schrijft: "Duitsland is in vergelijking met Amerika een slavenland. Als God het wil, komen jullie allemaal hier naartoe, we willen dat aan Hem overlaten."
Gertrud Vennemann heeft haar geloof altijd behouden. Gelukkig, want zelfs in de Nieuwe Wereld was men niet beschermd tegen de gevolgen van het lot. In de periode van 27 december 1868 tot 25 januari 1869 stierven in minder dan vier weken drie van haar tot dan vijf kinderen: de tweejarige Frederik Willem op 27 december, de bijna negenjarige Bernard Henry op 30 december, en op 25 januari Louis Augustus op vierjarige leeftijd.
Door brieven en zeldene bezoeken aan Emsdetten bleef het contact met het oude vaderland behouden. In de Nieuwe Wereld bleven er in het begin veel mensen onder zich. Echtgenoten waren vaak ook uit Duitsland geëmigreerd. Dit veranderde echter al in de volgende generatie en zo verdween geleidelijk de relatie met Emsdetten. Vandaag de dag gaan er af en toe Amerikanen op zoek naar overblijfselen van de familie en bezoeken na meer dan 150 jaar de geboorteplaats van hun voorouders: Emsdetten.
Autor dieses Artikels
Alois Brinkkötter
Quellen Briefe der Gertrud Vennemann
Abbildungen
Fotosammlung Heimatbund Emsdetten
Sammlung Dieter Schmitz
Sammlung Alois Brinkkötter